De bijenkast – geen korf!
Tegenwoordig noemen we de woning van een bijenvolk een ‘bijenkast’, vroeger heette het een korf. Toen was het ook echt een gevlochten korf, maar dat is wat onpraktisch voor de imker. Het afnemen van honing is erg moeilijk in een korf, hoewel er nog imkers zijn die de korfimkerij beoefenen. Ook wordt het volk erg verstoord wanneer een korf wordt leeggehaald, vroeger sneuvelde het hele volk – dat willen we natuurlijk niet!
Spaarkasten – lekker Nederlands
Wij kiezen voor stevige, houten kasten in Nederlands ‘spaarkast’ formaat en Amerikaanse ‘8-raams Langstroth’ formaat. Deze laatste kasten hebben ook zo’n kek schuin dak. Voor de bijen maakt het niet zoveel uit, die zijn snel tevreden met een donkere kast van voldoende afmeting en onderin een sleuf die goed bereikbaar en goed te beveiligen is tegen indringers. Bijen herkennen feilloos de kast waar ze ooit geboren zijn, ze orienteren zich met name op de kleur en afmetingen van de kast, en op het allerlaatst herkennen zij ‘hun eigen kast’ aan de geur van het volk.
Functie van een bijenkast
De wachters aan de poort besnuffelen een groot deel van de bijen die binnen komen vliegen. Dat doen ze op de ‘vliegplank’ – een houten plankje vooraan de kast, waarachter een spleet van net 8 millimeter zit die de ingang vormt. Bijen die niet thuishoren in dat volk worden er met harde hand weer uitgewerkt. Alhoewel…wanneer een vreemde bij per ongeluk de verkeerde kast probeert binnen te komen en ze heeft veel stuifmeel en nectar bij zich, dan wordt ze soms toch toegelaten!
Als het warm is krijgen bijen het toch voor elkaar om de temperatuur in de kast op een aangename 35 graden te houden. Je ziet dan bijen voor de kast ‘ventileren’. Dankzij de laminaire werking zijn ze een soort airco aan het vormen – dezelfde werking als een warmtegordijn bij een winkel! Maar ook als het bitter koud is houden ze het midden van de kast lekker warm, door tegen elkaar aan te trillen.
Echt hout – da’s waar de bij van houdt
Onze bijenkasten worden zorgvuldig samengesteld van Western Red Cedar en Accoya gemodificeerd hout met speciale hoekverbindingen waar geen vocht in kan komen. De kasten staan in half-open opstelling eigenlijk gewoon buiten, maar daar hebben de bijen geen problemen mee. Ze houden de kast binnen dus altijd op een prettige 34-36 graden Celcius, hoe koud of warm het buiten ook is. De kasten worden niet geverfd, maar ingesmeerd met ongekookte lijnolie. De binnenkant wordt behandeld met ‘Propoleum’, in bio-ethanol opgeloste propolis, het goedje dat bijen zelf maken en gebruiken om de boel schoon en bacterievrij te houden.